Who am I / Who I am
self-identity
Introductie
Iedereen kijkt er wel eens naar. Zichzelf. In de spiegel. Of op een foto. Maar wat we zien wanneer we naar onszelf kijken is voor iedereen anders. En wat anderen zien wanneer ze naar ons kijken is ook vaak verschillend. Wie ik ben voor mezelf is niet wie ik ben voor een ander, maar ik ben wie ik ben. Verwarrend toch? Volgens onderzoekers is er een reden dat we ons op andere manieren presenteren voor andere publieken. Hoe je ouders je zien kan vaak totaal verschillen van hoe we door onze vrienden gezien worden of willen worden. En zelfs dat kan nog heel anders zijn dan hoe we onszelf neerzetten voor de buitenwereld, voor vreemden. Zeker met sociale media hebben we steeds meer controle over het beeld dat we delen. En hoe we die beelden delen.
Het doel van deze paper is om een antwoord te vinden op de vraag waarom. Waarom zijn we wie we zijn en hoe wordt onze (zelf)identiteit gevormd en veranderd? Aan de hand van academische teksten, onderzoeken uit het verleden en het perspectief van twee jonge vrouwen neem ik een kijkje achter de schermen. Jana is heel erg actief op Instagram. Ze post bijna dagelijks iets nieuws. Femmie daarentegen, post bijna nooit iets op haar sociale media. Als ze iets post is dat van, of met, haar dieren. Is er een verschil in hoe zij zichzelf zien, worden gezien en gezien denken te worden door de rest van de wereld? Aan de hand van hun interviews en interviews met een persoon uit hun nabije omgeving kom ik daar achter.
Theorie
Mirror mirror on the wall
Self-identity wordt onder andere gedefinieerd als “de perceptie of herkenning van iemands kenmerken als een bepaald individu, vooral in relatie tot de sociale context” (Oxford University Press, 2020). Merriam-Webster legt het concept uit als de “gelijkenis van een ding met zichzelf” (“self-identity”, n.d.). Zelf-identiteit wordt vaak ook iemands zelfconcept genoemd. Het omvat een verzameling "van overtuigingen over zichzelf" ("self-concept", n.d.). De psycholoog Carl Rogers (1959) stelde voor dat zelfconcept drie onderdelen omvat: zelfbeeld, zelfwaardering, en de ideale zelf (McLeod, 2008; Mishra, 2016). Zelfbeeld verwijst naar de manier waarop men zichzelf ziet, terwijl zelfwaardering de term is om de mate te beschrijven waarin men zichzelf waardeert, hoe goed of hoe slecht ze over zichzelf voelen (McLeod, 2008; Mishra, 2016). De ideale zelf geeft aan hoe men wenst te zijn (McLeod, 2008).
Het zelfbeeld is niet altijd een accurate weergave van de werkelijkheid. Zoals McLeod uitlegt, kan iemand die lichamelijk dun is en te maken heeft met anorexia zichzelf als dik beschouwen (2008). Iemands zelfbeeld wordt beïnvloed door een veelheid aan dingen, waaronder invloeden van ouders, vrienden en de media (McLeod, 2008). Het concept van de looking-glass self, zoals beschreven door Cooley (1902), legt uit dat een deel van hoe we onszelf zien, voortkomt uit onze perceptie van hoe anderen ons zien (Stangor, Tarry & Jhangiani, 2014, The Looking-Glass Self section, para. 1).
Zelfwaardering beschrijft hoe iemand over zichzelf denkt, de waarde die hij aan zichzelf toekent (Mishra, 2016; Vinney, 2018). Dit kan worden beïnvloed door hoe vervormd iemands zelfbeeld is van de werkelijkheid, evenals vergelijkingen die we maken met anderen en de reacties van anderen op ons (Vinney, 2018). Iemands gevoel van eigenwaarde kan op bepaalde gebieden hoog zijn en tegelijkertijd op andere gebieden laag (Vinney, 2018).
Volgens Rogers beschrijft de ideale zelf van een persoon hoe een individu het liefst zou willen zijn of wat men zou willen dat ze werkelijk waren (1959; "self-concept, n.d.). De ideale zelf, zoals Rogers het uitlegt, is wellicht niet een doel dat men kan waarmaken (1959). Er is altijd iets dat men niet kan bereiken, of een nieuw doel dat wordt toegevoegd om iemands ideale zelf te creëren. De ideale zelf in de kindertijd is vaak ook anders dan iemands ideale zelf in zijn tienerjaren of late twintiger jaren (Mishra, 2016). Als er een aanzienlijk verschil is tussen iemands ideale zelf en zelfbeeld, kan dit een negatief effect hebben op iemands gevoel van eigenwaarde (McLeod, 2008; Mishra, 2016; Vinney, 2018).
Do you see what I see when we look at me?
In de afgelopen decennia zijn er talloze onderzoeken gedaan om een antwoord te vinden op de vraag waarom er zoveel verschillende versies van onszelf bestaan. Ook hoe die versies tot stand komen en hoe ze veranderd kunnen worden is al jaren onderwerp van onderzoek en discussie. Lewis (1990) kwam tot de conclusie dat zelfidentiteit een bewustzijn van het eigen bestaan en uniekheid inhoudt: een gevoel van 'ik' (Winstone et al., 2014).
Mogelijke synoniemen voor zelfidentiteit, zoals beschreven door Merriam-Webster, zijn karakter of persoonlijkheid ("self-identity", n.d.). Dat geeft ons echter maar één aspect van zelfidentiteit. Het beantwoorden van de vraag "wat voor soort persoon ben ik?" kan mogelijk alleen een link leggen naar iemands persoonlijkheid. Zelf-identiteit gaat verder dan iemands karakter of persoonlijkheid (Burke, 1996). Volgens Woodward (2004) kan iemand weliswaar persoonlijkheidskenmerken delen met anderen, maar het delen van een identiteit suggereert op zijn minst enige actieve betrokkenheid van iemand, aangezien we ervoor kiezen om ons met iets te identificeren. Het delen van identiteiten met iemand of iets kan ons een gevoel van herkenning en erbij horen geven (Woodward, 2014, p.7). Daarnaast is het verschillend zijn van anderen ook een onderdeel van het vormen van iemands identiteit (Goffman, 1956; Stryker, 2000; Woodward, 2014).
Dit delen van identiteiten komt vooral tot uiting in het gezelschap van anderen. Wanneer we ons in een situatie bevinden met anderen, vreemden, kennissen of goede vrienden, kunnen we ons op een bepaalde manier gedragen zodat dit bij anderen een bepaalde indruk zal wekken die we wil overbrengen (Goffman, 1956). Zoals Woodward uitlegt, identiteit zorgt voor een verbinding tussen individuen en de wereld waarin zij leven (2014; Proshansky, 1978). We presenteren onszelf via alledaagse interacties, door de manier waarop we spreken en door de manier waarop we ons kleden, op basis van de situatie waarin we ons op dat moment bevinden (Stangor, Tarry & Jhangiani, 2014; Woodward, 2014). Onderzoek toont aan dat we onszelf anders markeren dan individuen met wie we geen identiteit delen, en hetzelfde als mensen met wie we wel een identiteit delen (Stangor, Tarry & Jhangiani, 2014).
Hoe we onszelf zien, is niet altijd in overeenstemming met hoe anderen ons zien. Dit gevoel van tegenstrijdige identiteiten kan veroorzaakt worden door het feit dat we verschillende rollen tegelijkertijd vervullen, bijvoorbeeld die van ouder, student, maar ook werknemer (Woodward, 2004).
De rollen die we tegelijkertijd vervullen zijn voorbeelden van de meervoudige identiteiten die we bezitten (Woodward, 2004). Turkle concludeerde dat multipliciteit niet levensvatbaar is als het betekent dat we moeten schakelen tussen persoonlijkheden die niet kunnen communiceren (1995, zoals geciteerd in Davis, 2012, p. 638). Turkle stelde dat om een gezonde identiteit te verkrijgen men in staat moet zijn om de vele facetten van zichzelf te coördineren tot een samenhangend geheel (1995, zoals geciteerd in Davis, 2012, p. 638).
This is a man’s world
Met de huidige overvloed aan sociale media, waaronder Instagram, zijn mensen steeds meer in staat om actief te kiezen hoe ze zichzelf presenteren. Dit biedt de mogelijkheid om via een online identiteit je ideale zelf te presenteren aan de rest van de wereld (Solomon, 2016). Zelfs als die ideale zelf geen accurate weergave is, of maar een lichte gelijkenis vertoont, met de werkelijke zelf. Deze onnauwkeurige weergave kan echter ook negatieve gevolgen hebben. Zoals Davis ontdekte, het uiten van zeer verschillende persoonlijkheden in verschillende contexten is op de een of andere manier inauthentiek en kan zelfs iemands interne gevoel van zelf beschadigen (2021, p. 643).
Ondanks de macht die sociale media vrouwen hebben gegeven in het zelf kunnen bepalen van hoe ze worden afgebeeld, ontdekte Julha dat maatschappelijke invloeden nog steeds druk op meisjes uitoefenen door actief dominante ideologieën tegen hen in te zetten en ook via mainstream media die nog steeds de neiging hebben seksistisch te zijn (2019, p.6).
Er wordt nog met twee maten gemeten bij mannen en vrouwen als het gaat om het online delen van foto's. Dit gaat verder dan de online wereld, aangezien iemands online identiteit direct gekoppeld is aan hun offline identiteit. Er is een verlangen om gevalideerd en geaccepteerd te worden door leeftijdsgenoten. Om dit te bereiken, hebben meisjes nog de inclinatie om zich te conformeren aan wat er van hen verwacht wordt door anderen en de maatschappij als geheel (Boyd, 2007; Price, 2019). Hiermee komt het risico dat meisjes niet langer trouw zijn aan hun echte zelf, maar eerder proberen zichzelf te vervormen om te passen in de hokjes die ze aangereikt hebben gekregen (Julha, 2019).
​
​
Interviews
Look at me, tell me what you see
Het eerste wat aan beide personages, Jana (20) en Femmie (25), werd gevraagd was om in een spiegel te kijken en te beschrijven wat zij zagen en voelden. Beide vrouwen vonden de oefening enigszins confronterend, omdat ze voortdurend naar zichzelf moesten kijken. "Ik vind het heel raar om de hele tijd naar mezelf te kijken" (F. Veragten, persoonlijke communicatie, 25 mei 2021). Ze was verrast te horen dat Jana hetzelfde gevoel had over het evenement omdat ze ervan uitging dat Jana, die erg actief is op sociale media, wel gewend is om veel naar zichzelf te kijken. Jana verklaarde echter, "Ik voel me een beetje ongemakkelijk om zo lang naar mezelf te kijken" (persoonlijke communicatie, 30 april, 2021).
Buiten die gelijkenis, kwamen Femmie en Jana niet overeen in hun antwoord. Waar Jana zich meer concentreerde op de fysieke kenmerken die ze zag, met commentaar op haar voorhoofdsrimpels en haar sproeten, beschreef Femmie onmiddellijk wat ze in zichzelf zag als persoon. Het feit dat ze zichzelf beschouwt als een gelukkig maar sociaal onhandig meisje. Jana beschreef zichzelf ook als een gelukkig meisje, maar vermeldde dit pas eens ze sprak over wat ze denkt dat anderen zien als ze naar haar kijken. Het is interessant om dit verschil tussen de twee vrouwen te onderscheiden, maar ook als we specifiek naar Jana kijken en haar beschrijving wanneer ze praat vanuit haar eigen perspectief en dat van anderen.
Het feit dat beide vrouwen zichzelf beschouwen als vrolijke mensen die zoveel mogelijk het positieve in het leven proberen te zien, werd herhaald door hun nabij-persoon. Jana's moeder, Nancy, beschreef haar dochter als "een leuke meid die altijd super enthousiast is" (persoonlijke communicatie, 21 mei, 2021). Ook Julie, één van Femmie's beste vriendinnen gebruikte soortgelijke termen om Femmie te beschrijven, "ze is heel lief en gevoelig." (persoonlijke communicatie, 31 mei 2021).
Notice you noticing me
“Ik ben iemand die impulsief is, die niet nadenkt, maar gewoon dingen doet” (J. Huysmans, persoonlijke communicatie, 30 april 2021). Die gedachte wordt gedeeld door haar moeder, Nancy, “ze is wel eens wisselvallig in haar handelen. Ze is ook impulsief” (persoonlijke communicatie, 21 mei 2021).
Hoewel Jana verklaarde dat ze nog nooit het gevoel heeft gehad dat ze niet haar echte zelf kon zijn, laat ze ook weten dat wat je ziet niet altijd is hoe ze zich voelt. “Ik ben naar de buitenwereld iemand die altijd lacht, ook al gaat het een beetje minder, dan zal je dat aan mijn uiterlijk niet zien” (J. Huysmans, persoonlijke communicatie, 30 april 2021).
Tegenwoordig staat Jana sterker in haar schoenen. De dingen waar eerst om gelachen werd, kan ze nu waarderen. “Vroeger had ik het daar moeilijker mee. Nu ben ik echt blij met hoe ik ben. Ook mijn haar heb ik echt kunnen appreciëren. Daarvoor stijlde ik dat bijna elke dag omdat ik krullen helemaal niet mooi vond. Nu weet ik wat ik ermee moet doen” (J. Huysmans, persoonlijke communicatie, 30 april 2021).
Femmie beschrijft zichzelf als de zogenoemde ‘girl next door’. “Een basic iemand. Lief, en vrolijk, maar heel verlegen” (F. Veragten, persoonlijke communicatie, 25 mei 2021). Julie, één van Femmie’s beste vrienden, schetst haar ook als een verlegen iemand. Wat Julie daar nog aan toevoegt is dat Femmie ook erg sociaal vaardig is, iets waar Femmie zichzelf minder in vindt. “Daar onderschat ze zichzelf vaak in. Ze heeft soms een duwtje in de rug nodig, om uit haar comfortzone te komen” (J. Van Achter, persoonlijke communicatie, 31 mei 2021).
Niet veel mensen kennen de echte Femmie. Ze legt uit dat ze pas haar echte zelf kan zijn eens ze zich op haar gemak voelt bij mensen. “Ik ben pas echt echt mezelf als ik mensen heel goed ken en ook heel goed vertrouw. Je kan niet verwachten dat iedereen die je tegenkomt, dat je die meteen vertrouwt. Dus dan ben je ook niet direct jezelf. Bij mensen die je niet zo goed kent, hou je jezelf altijd een beetje in. Dan ben je nooit volledig jezelf” (F. Veragten, persoonlijke communicatie, 25 mei 2021).
Do it for the ‘gram
Jana, die zeer actief is op Instagram, post minstens om de andere dag en deelt elke dag snippets van haar dagelijks leven op haar verhalen. Ze kiest ervoor om bijna elk deel van haar leven via sociale media te delen met mensen die ze persoonlijk kent, maar ook met vreemden die Jana alleen via Instagram kennen. Hoewel ze geen permanente posts deelt over negatieve dingen die er in haar leven gebeuren, deelt ze die momenten wel af en toe in haar verhalen die na 24 uur weer verwijderd worden. "Ik probeer een beetje een balans te vinden tussen de positieve dingen en de negatieve dingen" (J. Huysmans, persoonlijke communicatie, 30 april 2021). Door die negatieve momenten te delen in haar verhalen, heeft Jana het gevoel dat haar Instagram een volledige weerspiegeling is van haar als persoon.
Verhalen die gedeeld worden op Instagram zijn maar 24 uur zichtbaar waarna ze permanent verwijderd worden en niet meer zichtbaar zijn op iemands profiel, tenzij het verhaal opgeslagen wordt in iemands hoogtepunten. Zoals Jana uitlegde, door die negatieve delen van haar leven maar tijdelijk zichtbaar te laten zijn, blijft ze er niet in hangen. Bovendien krijgen mensen die haar Instagram bekijken niet de kans om terug te scrollen naar de tijd dat ze zich down voelde of er iets negatiefs aan de hand was in haar leven. Dit heeft te maken met het feit dat Jana zelf niet voortdurend wil teruggrijpen naar de negatieve herinneringen uit haar verleden. “Haar Instagram is een weerspiegeling van Jana. Ik merk dat ze de laatste tijd opener is en dat ze ook dingen post als ze zich minder goed in haar vel voelt” (N. Huysmans, persoonlijke communicatie, 21 mei 2021). Jana ontkent de negatieve ervaringen die ze heeft niet, en daarom deelt ze die wel, maar ze probeert ze als van korte duur te beschouwen en wil zich er niet aan vastklampen. Ze gaat met een positieve instelling door het leven en wil dat haar Instagram daar dus ook een beetje een spiegelbeeld van is.
Zoals eerder gezegd, is Femmie bijna het tegenovergestelde van Jana. Ze post zelden op Instagram en als ze dat doet zijn de foto's van dieren of van zichzelf met dieren. Femmie is dierenarts en dat is duidelijk terug te zien in haar social media posts. Julie merkt dat ook op, “het is wel heel hard op de oppervlakte op sociale media. Dan zou ik alleen het stukje van dierenvriend kennen” (persoonlijke communicatie, 31 mei 2021).
Hoewel Femmie toegeeft dat haar Instagram minder een weerspiegeling is van haar leven, vindt ze toch dat het een accurate weergave is van haarzelf als persoon, een fervent dierenliefhebber. Femmie verklaarde dat "mijn Instagram eigenlijk de Instagram van mijn hond is" (persoonlijke communicatie, 25 mei, 2021). Aangezien Femmie zich een beetje sociaal ongemakkelijk voelt, is het niet verwonderlijk dat wat ze wel deelt op Instagram bijna uitsluitend (met) dieren is, iets waar ze zich zeer gepassioneerd over voelt.
No like for like
Zowel Femmie als Jana zijn van mening dat Instagram mogelijk een negatieve invloed kan hebben op iemands (zelf)identiteit, specifiek voor meisjes. "Ik denk wel dat het je een bepaalde druk kan geven. Zeker nu met de evolutie van bewerking en fotografie waardoor het er echt uitziet" (J. Huysmans, persoonlijke communicatie, 21 mei, 2021). Femmie en Jana voelen zich niet persoonlijk erg aangetast door het platform met betrekking tot hun identiteit. Wel zien ze in dat die mogelijkheid bestaat voor anderen, vooral meisjes. “Meisjes zijn volgens mij ook actiever op sociale media. Ik denk dat dat wel een grotere impact zal hebben op meisjes die echt van jongs af aan op sociale media zitten” (J. Huysmans, persoonlijke communicatie, 21 mei 2021). Femmie voegt daaraan toe, “meisjes denken er anders over na als ze een foto maken om bijvoorbeeld op Instagram te posten. Dan denk je ‘ik moet iets aandoen’, terwijl jongens gewoon denken ‘gezellig een foto’” (persoonlijke communicatie, 25 mei, 2021).
Constant blootgesteld worden aan bewerkte foto’s en ‘ideale’ versies van iemand kan ervoor zorgen dat het beeld dat je van een ander hebt niet klopt met de realiteit. “Ik denk omdat alles wat op sociale media komt al onder een filter zit en het eigenlijk al de beste versie die ze ervan kunnen maken is, meer druk zet op meisjes om in een bepaald hokje te passen. Je wilt daar altijd wel mee matchen, maar ik denk dat het soms vergeten wordt, die persoon is zo niet in het echt” (F. Veragten, persoonlijke communicatie, 25 mei 2021). Zoals Jana uitlegt, ondanks dat sociale media meer blootstelling bieden aan bewerkte versies van mensen en mogelijk meisjes en jonge vrouwen een vervormd beeld van de werkelijkheid geven, is dit niet iets nieuws. "In tijdschriften waren die coverfoto's ook altijd super mooi met geen enkele oneffenheden of puistjes" (J. Huysmans, persoonlijke communicatie, 21 mei 2021).
Future’s past
Jana's ideale zelf omvat enkele veranderingen aan de Jana van vandaag. “Ik heb er wel vrede mee als ik nu naar mezelf in de spiegel kijk, maar ik zou graag nog iets meer mijn dromen willen najagen. Nu houd ik me nog hard tegen door de meningen van andere mensen” (J. Huysmans, persoonlijke communicatie, 30 april 2021). Zoals eerder gecontstateerd, zelfidentiteit is niet een vast gegeven. Het kan zich blijven veranderen en aanpassen aan je omgeving en nieuwe dingen die je leert en meemaakt in je leven. “Ik heb al heel wat dingen bereikt die ik wilde bereiken. Ik merk dat ik elk jaar opnieuw dingen bijleer en dat ik groei in alles wat ik juist wat minder vind aan mezelf.” (F. Veragten, persoonlijke communicatie, 25 mei 2021).
De ideale zelf is niet iets dat op een dag bereikt kan worden. Met steeds kleine stapjes kom je dichterbij het beeld dat je in je hoofd hebt van wie of hoe je wil zijn. Dat kan soms dus betekenen dat iemand een hele tijd gedachten heeft van verandering, maar pas veel later daarmee aan de slag gaat. “Die ideeën spelen zich al een tijdje in mijn hoofd en ik wil het echt wel doen, maar ik heb gewoon nog niet de stap gevonden om ‘m te zetten” (J. Huysmans, persoonlijke communicatie, 30 april 2021). Ook Femmie heeft een ideale zelf in gedachten hoewel ze erg content is met haar zelf van vandaag. “Ik hoop nog iets meer durf en zelfvertrouwen te hebben, maar als ik hetzelfde blijf als ik nu ben, zou ik dat niet erg vinden” (F. Veragten, persoonlijke communicatie, 25 mei 2021).
Conclusie
Hoewel Jana en Femmie erg verschillen in hun gebruik van Instagram zijn er ook veel dingen die de twee vrouwen met elkaar gemeen hebben. Hun ideeën over de impact van sociale media zijn redelijk in lijn met elkaar. Ook vonden ze het beide vrij confronterend om een hele tijd naar zichzelf in de spiegel te kijken. Het is interessant om verder onderzoek te doen om te ontdekken of er daadwerkelijk geen verschil is tussen mensen met hoog en laag sociale media gebruik of om erachter te komen dat Femmie en Jana een uitzondering zijn op de regel.
Zoals blijkt uit de besproken onderzoeken en studies komt er veel kijken bij het concept van zelfidentiteit. Hoe ouder je wordt, en dus vaak hoe sterker je in je schoenen staat, zo te minder zal je zelfidentiteit aantastbaar zijn vanuit de buitenwereld. Eens je weet wat je wil, ben je minder geneigd invloed van buitenaf binnen te laten om je beeld van jezelf te vervormen.
Er is zeker nog een opening voor verder onderzoek en diepgaande studies over de vorming van iemands zelfidentiteit en hoe die veranderd wordt en kan worden. De verschillende dingen die invloed (kunnen) hebben op iemands zelfidentiteit, waaronder het gebruik van sociale media, zijn ook interessante onderwerpen voor toekomstig onderzoek. Ook het verschil tussen mensen en hun (vorming van hun) zelfidentiteit zijn mogelijke onderwerpen. Een mogelijke researchvraag voor toekomstig onderzoek kan zijn ‘hoe groot is de impact van een mentale stoornis, zoals depressie of een angststoornis bijvoorbeeld, op iemands zelfidentiteit en hoe die gevormd en aangepast wordt?’.